Als ervaren pendelaar – alhoewel: word je het ooit gewend om te laat te komen of te stuiten op onverwachte problemen? – heb ik al heel wat meegemaakt. Ja, ook al loop ik nog maar 23 jaar op deze aardbol rond. Van intimidaties op het perron, gepikeerde tramchauffeurs, dronkenlappen en koningen te rijk tot vredige slapers of vreselijke schreeuwers. Toch is er in al die jaren één iets dat al het voorgaande overtreft: de macrofobist, iemand die bang is om te lang te moeten wachten.
Je kent het wel. Je staat op het perron. De tijd tikt. De opwinding groeit. Ja, ja, jaa er is een tram in aantocht! Nog snel even op de tippen van je tenen om te kijken of de led-aanduiding van de tram wel het juiste nummer draagt, en dan je weg naar voren zoeken. De tram stopt aan het stopsignaal. De deuren gaan open. En dan barst het feest eindelijk los. Terwijl ieder welopgevoed mens vervolgens een stap opzij, achteruit of weg van de deur zet, zijn er altijd enkelen die het woord respect klaarblijkelijk niet in hun woordenboek hebben staan.
Heb ik iets gemist? Is er achter mijn rug een geheime missie uitgeschreven die luidt dat je om het eerst de tram op moet? Zo ja, dan vind je mijn naam alvast niet terug op de deelnemerslijst. Want hey, ik ben van nature gewoon niet zo ongeduldig. In mijn ogen zijn de zitplaatsen op een tram altijd maar schaars tot ze dat niet meer zijn. Ik wacht mijn beurt wel af, en geef voorrang aan zij die er het meest recht op hebben. Jammer dat het velen die mentaliteit ontbreekt.
Is het écht te veel gevraagd om mensen eerst te laten uitstappen vooraleer zelf in te stappen? Dacht je nu echt dat de tram zou wegstuiven zonder jou? ‘Ha, jij mag niet mee!’ Deuren toe en weg. Dacht je nu echt dat niemand je onbeleefde gedrag zou opmerken omdat je tijdens het indringen gewoon naar de grond kijkt en doet alsof je onzichtbaar bent? Die schaamte is anders wel terecht, misschien wat stof tot nadenken?
Angst om lang te moeten wachten en hoffelijkheid, volgens mij staan de twee elkaar niet in de weg. Al heb ik steeds vaker het gevoel dat die macrofobie bij velen de bovenhand krijgt. Angst zorgt ervoor dat we onze hoffelijkheid aan de kant schuiven. Net die eigenschap waarin onze ouders ons zo hebben gedrild, is gewoon niet van belang wanneer het er écht op aan komt. Maar is het werkelijk een bedreiging dat anderen in de weg staan? Kunnen we daar niets beter op vinden dan als een blinde mol een weg naar binnen te graven?
Ach, soms voel ik iets wat lijkt op medelijden. Het is geen pleziertje te moeten leven met een beestje genaamd macrofobie. Niemand wacht graag lang. Misschien moeten we onszelf ontpoppen van eenzame mollen tot een parlement uilen. Klaar in het nest om uit te vliegen tot het moment daar is. Slim, met een heldere blik en aandacht voor elkaar. En dan zitten of staan we misschien allemaal een keer op Dezelfde Lijn?