Wie ‘Pakistaanse vrouwen’ googelt, krijgt meestal niet zo’n vrolijke zoekresultaten. Titels als ‘Onderdrukking in Pakistan’, ‘De tien gevaarlijkste landen voor meisjes en vrouwen’ en ‘Geweld tegen vrouwen in Pakistan’ verschijnen op je scherm. Maar klopt dat eenzijdige verhaal wel? We gingen op zoek naar sterke vrouwen in België met Pakistaanse roots. En wat blijkt: ze zijn niet moeilijk te vinden. Nahid Shaikh, Amara Reta en Shaireen Aftab vertellen over hun jeugdjaren, ambities en het doorprikken van clichés.
Shaireen Aftab (38) groeit op in Oostende in een gezin met Pakistaanse ouders. Ze studeert criminologie in Gent en stapt op haar 24ste de politieke wereld in. Ze is niet iemand die obstakels uit de weg gaat. Door in dialoog te gaan en op verschillende manieren naar moeilijke situaties te kijken, bereikt ze veel meer.
Dat is wat Shaireen Aftab altijd heeft toegepast in haar professionele carrière als woordvoerder bij de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB) en kabinetschef bij Tom Meeuws. Ook in haar privéleven verbindt ze verschillende werelden met elkaar.
Inspirerende vader
“Mijn vader heeft mij altijd ondersteund als jong meisje. Hij vond het belangrijk dat ik zou verder studeren en dat ik ambitie heb. Hij was zelf maatschappelijk betrokken en hij heeft dat aan mij doorgegeven. Het is ook door hem dat ik politiek actief ben geworden. Mijn droom was eigenlijk om bij de politie te werken.”
“Ik zat in mijn laatste jaar criminologie aan de Universiteit Gent toen ik meedeed met de verkiezingen. Tot mijn grote verbazing had ik veel stemmen en werd ik verkozen tot gemeenteraadslid. Ik moest mijn plannen plots veranderen, omdat je geen politiek mandaat mag hebben als je bij de politie werkt.”
“Ik heb nooit een masterplan gehad. Ik probeer altijd mezelf uit te dagen, en op die manier heb ik verschillende paden bewandeld in mijn leven. Ik ben dankbaar dat ik zo veel interessante uitdagingen heb kunnen nemen. Ik heb als stafmedewerker jeugd gewerkt bij Ella vzw, als woordvoerder bij de VDAB en nu werk ik op als kabinetschef van de schepen sociale zaken in de stad Antwerpen. Een ongelofelijk interessante job. Je leert Antwerpen vanbinnen en vanbuiten kennen. Ik vind het boeiend om te zien hoe beleidskeuzes invloed hebben op het leven van mensen. Mijn vader heeft me opgevoed met een solidair hart. Hij was zelf ook actief bij de vakbond. Ik vind het belangrijk dat iedereen in onze maatschappij kansen krijgt en dat we herverdelen.”
Vooroordelen
“Ik herinner me nog dat de mensen in de politieke wereld dachten: ‘Wat komt die student van 24 jaar hier doen?” Ik was jong, ik was een vrouw, ik had een kleurtje. Dat was nieuw voor hen. Ik heb altijd functies gehad die niet vanzelfsprekend zijn. Ik heb het mij nooit persoonlijk aangetrokken, omdat ik ook besef waar andere mensen hun denken vandaan komt. Zij zijn dikwijls onwetend of hebben angst voor het onbekende. Ook vanuit de Pakistaanse gemeenschap kreeg ik opmerkingen. Ze vroegen aan mijn vader of dat wel verstandig was dat een meisje dingen deed zoals ik. “Is dat niet meer iets voor jongens?” vroegen ze hem.”
“Toen ik thuiskwam met een Belgische man, schrokken mijn ouders wel eventjes. Ook de ouders van Jan hadden vooroordelen. Zij kenden ook wel de verhalen van strenge islamitische families. Mijn ouders wilden vooral dat ik gelukkig zou worden. Ik ben in dialoog met hen gegaan door te zeggen dat ik ook gelukkig kan zijn met een Belgische man, en dat ik daarvoor niet moet trouwen met een Pakistaanse man. Waarden en normen overstijgen tradities en gewoonten. Daarvan heb ik ze moeten overtuigen. Toen ze Jan ontmoetten en zagen hoe gelukkig wij samen waren, hebben ze het geaccepteerd dat wij voor elkaar hebben gekozen. Ik ben hen daar heel dankbaar voor, want ik ken ook vrouwen waarbij de ouders dat niet hebben aanvaard, en dat laat diepe sporen na.’
Twee werelden
“Ons trouwfeest was fantastisch. Er kwamen twee werelden samen. We zijn niet op een religieuze manier getrouwd, omdat wij onze verschillen willen respecteren. Ik ben er trots op dat Jan en ik er in slagen om te delen wat wij gemeenschappelijk hebben, en ons niet te focussen op onze verschillen. Dat proberen we ook door te geven aan onze kinderen. Ik ben met mijn gezin ook al twee keer naar Pakistan geweest. Het was heel bijzonder om mijn dochter in de straten van ons dorp te zien. En om haar te zien spelen met haar Pakistaanse nichtjes.”
“Ik heb zeker nog een band met Pakistan. Als kind ben ik vaak, met mijn ouders, op reis geweest naar Pakistan. Ik spreek de taal nog en ik ken de culturele codes. Mijn man moest zich aanpassen aan de plaatselijke gebruiken, terwijl dat voor mij als een tweede natuur voelt. Ik zou mezelf omschrijven als een Belgische met Pakistaanse roots, want ik voel me thuis in België. Ik ben hier opgevoed. Hier heb ik mijn leven opgebouwd. Ik zou niet zomaar in Pakistan kunnen wonen, dan moet ik helemaal terug opnieuw beginnen. Alhoewel, je weet maar nooit, ik ga geen uitdagingen uit de weg (lacht).”
Elkaar leren kennen
“Doorheen mijn professionele loopbaan heb ik ervaren hoe moeilijk sommige groepen het hebben om hun cirkel te doorbreken. De maatschappelijke realiteit is niet evident. Zoals die van jongeren met een migratieachtergrond op de arbeidsmarkt. Zoals die van alleenstaande ouders in armoede. Er zijn geen pasklare antwoorden omdat het een complex probleem is. We hebben als maatschappij een verantwoordelijkheid naar die groepen toe, want niet iedereen heeft het geluk om in een warm nest op te groeien bij kansrijke ouders.”
“Ik geloof sterk dat je er zelf ook op een andere manier naar kunt kijken in plaats van te blijven zitten en mokken over de kansen die je niet hebt gehad of de keren dat je afgewezen bent. Vandaag ben ik blij dat ik ook kan meewerken op beleidsniveau om die cirkels te doorbreken. Zoals de praktijktesten die worden doorgevoerd in Antwerpen. Het belangrijkste is doordoen en blijven praten met elkaar. Alleen met die houding zullen we de verandering kunnen brengen.”
Dit artikel werd gepubliceerd door DeWereldMorgen op 02/09/2020.