De klimaatbetogers zijn terug van weggeweest. Op 25 maart waren ze met zo'n 1.700 om te protesteren in de straten van Brussel. Ze riepen politici op om de gemaakte afspraken van de COP26 na te leven en ze willen een einde maken aan greenwashing, het fenomeen waarbij bedrijven zich duurzamer voordoen dan ze zijn. Reporters Gizem Imrah en Joram Deconinck gingen de sfeer opsnuiven en vroegen om een woordje uitleg over sociale- en klimaatrechtvaardigheid.
De focus bij deze klimaatmars lag op mensenrechten. Want zonder sociale rechtvaardigheid, klinkt het, is er geen klimaatrechtvaardigheid. De betogers eisten ook dat economische winsten niet langer boven het welzijn van mensen worden gezet onder de slogan #PeopleOverProfit.
Verschillende organisaties zoals In My Name, een burgerinitiatief dat ijvert voor gelijke behandeling van vluchtelingen, en Amnesty International, dat de naleving van de mensenrechten beoogt, liepen mee in de mars. Bovendien sympathiseerden de betogers met Oekraïne. Ze wezen erop dat de oorlog gesponsord wordt met Europees geld, omdat Europa afhankelijk is van Russische fossiele brandstoffen.
De mars eindigde met een speech van Oekraïense leden van Fridays For Future, die de oorlog ontvlucht zijn en nu in België onderdak hebben. De betoging werd georganiseerd door Youth for Climate, waar onder anderen Anuna De Wever actief is en Fridays For Future, een globale organisatie die de Zweedse Greta Thunberg oprichtte om jongeren aan te moedigen om te spijbelen voor het klimaat.