Toen de taliban in ijltempo de macht overnam in Afghanistan werd Pakistan op sociale media al snel geviseerd. Noreen Muhammad heeft Pakistaanse roots en voelt zich ongemakkelijk bij die vingerwijzing. “Het heeft geen zin om nog meer verdeeldheid te zaaien, zeker onder de mensen die er willen zijn voor elkaar.”
Onlangs ontving ik een zorgwekkend bericht van een kennis waarin ze vroeg: “Waarmee zijn jullie Pakistanen weer bezig?” Ik viel uit de lucht en was heel even in shock. Online vond ik de hashtag #SanctionPakistan en werd me het één en ander duidelijk. De hashtag impliceerde dat er sancties opgelegd moest worden tegen Pakistan, omdat het land de taliban steunt. Op een gegeven moment was de hashtag zelfs even trending op Twitter. Hoewel ik het moeilijk had met de populariteit ervan, begreep ik de frustratie, woede en angst van Afghanen en de internationale gemeenschap, nu de taliban weer aan de macht is in Afghanistan.
Afgelopen augustus was Afghanistan wereldwijd weer een hot topic in de media. En nu is de talibanmilitie weer aan zet in het land en wordt het stilaan duidelijk dat er opnieuw mensenrechten geschonden worden. Vrouwen worden onmenselijk behandeld en betalen andermaal de tol. Afghanistan kent een gruwelijke geschiedenis door het talibanregime. Niet enkel onschuldige Afghaanse burgers betalen hier de prijs voor, ook op geopolitiek vlak heeft het de banden tussen Afghanistan en buurland Pakistan verstoord. Als Belg met Pakistaanse roots heb ik lang gezwegen. Toch ligt mij het een en ander dwars en spreek ik me nu uit.
Lastercampagne
Eerst en vooral: Pakistan is geen ongeschonden land. Tijdens de opdeling van Brits-Indië en Pakistan beloofde het land fundamentele rechten aan haar minderheidsgroepen. Tot vandaag worden echter tal van die minderheidsgroepen benadeeld en worden in sommige gebieden de vrouwen – en mensenrechten niet gerespecteerd. Ik begrijp volledig waar de kritiek vandaan komt, maar niet alle Pakistanen zijn aanhangers van de extremistische ideologie.
“Het Afghaanse volk is ook ons volk”
Lang niet alle Pakistanen zijn pro-taliban. Integendeel, we veroordelen hun barbaarse daden. Een groot deel van ons reikt de hand uit naar de slachtoffers van het talibanregime. Het Afghaanse volk is ook ons volk. In een opiniestuk in The Washington Post eind september zegt de Pakistaanse premier Imran Khan dat er momenteel 3,3 miljoen Afghanen in Pakistan wonen. 50.000 Afghaanse studenten behaalden hun universitair diploma in Pakistan.
Volgens de Pakistaanse Nationale veiligheidsadviseur (National Security Advicer, red.) Moeed Yusuf werd er een socialemediacampagne tegen Pakistan opgezet "om Pakistan in de rumoerige situatie van Afghanistan te belasten". Dat zei hij in augustus al aan het Pakistaanse persagentschap App Digital. Tijdens een persconferentie lanceerde federaal minister van Informatie en Omroep Chaudhary Fawad Hussain een analytisch rapport opgesteld door het Islamabad Policy Research Institute (IPRI). Dat bevatte een onderzoek naar een desinformatie- en propagandacampagne die het vredesproces tussen Pakistan en Afghanistan moest afremmen.
Vrouwenvoetbal
Midden september verwelkomde Fawad Hussain overigens het Afghaanse voetbalteam van vrouwen in Pakistan. Volgens de taliban horen vrouwen geen sport te beoefenen, dus ook geen voetbal te spelen. Maar de Pakistaanse voetbalfederatie ontving het vrouwenvoetbalteam met open armen om bood hen veiligheid.
“Het heeft geen zin om nog meer verdeeldheid te zaaien, zeker onder de mensen die er willen zijn voor elkaar”
Dergelijke acties tonen aan dat Pakistan niet samenvalt met de taliban. Het is slechts een kleine minderheid in Pakistan die deze extremisten steunt. Zij zorgen ervoor dat Pakistanen daar de tol voor betalen en onrechtstreeks slachtoffer worden van haat. Ik vind het echt jammer dat men iedereen over dezelfde kam scheert. Ik sta achter mijn Afghaanse vrienden en reik hen de hand. Het heeft geen zin om nog meer verdeeldheid te zaaien, zeker onder de mensen die er willen zijn voor elkaar.
Dit artikel werd gepubliceerd door Mirari op 8/10/2021.