© Trudy Kazangu

Uwera Kathy Franckaerts (30) werd in 1991 geadopteerd uit Rwanda. Ze groeide op in een omgeving waar ze zich aan niemand kon spiegelen. Ze leerde en deed alles zoals de andere kinderen, maar het verschil in huidskleur bleef een raadsel. De Afrikaanse cultuur leerde ze pas kennen als tiener. Intussen blijft de balans vinden tussen twee identiteiten een voortdurende zoektocht. “Ik moet leren aanvaarden dat ik een product ben van twee culturen.”  

Uwera groeide op in Burcht, toen een kleine, witte gemeenschap. Als kind had ze weinig tot geen last van racisme omdat iedereen haar kende. Het was pas toen ze ouder werd en in een grotere, diverse omgeving terechtkwam dat ze er mee geconfronteerd werd. “Als kind hoopte ik wel eens wit wakker te worden omdat ik dacht dat het zo moest zijn. Ik sprak geen andere taal, ik deed dezelfde dingen, alleen mijn huidskleur was anders”, vertelt ze. Rond haar dertiende begon ze langs te gaan bij vriendinnen thuis. Hun ouders stelden vast dat zij ook Afrikaanse was. Dat zij het zo benoemden, zette Uwera aan het denken. “Daarvoor was ik altijd gewoon Belg. Over mijn Afrikaanse roots zelf werd niet gesproken. Intussen besef ik dat die identiteit bij mij hoort.”

Wat opvalt op Uwera’s kinderfoto’s is dat ze anders speelde. Wat moest ze aanvangen met dat kinderwagentje? Ze zeulde er wel mee rond maar haar pop zat in een doek die ze rond haar bovenlichaam bond, zoals ze had geleerd in Rwanda. “Na een tijd liet ik die gewoontes los. Ik herinner me ook nog wanneer ik ben gestopt om mijn taal te spreken. Ik zong kinderliedjes, maar na een tijd vroeg ik me af wat ik aan het zingen was. Nu kan ik niet goed communiceren met mijn biologische mama (Uwera vond haar mama tien jaar geleden terug en gaat jaarlijks naar Rwanda, red.) en dat is bijzonder jammer. Het voelt alsof er iets van mij is afgenomen want ooit sprak ik die taal wel. Ooit was ik wel een deel van die cultuur”, vertelt ze. 

Gebrek aan psychische zorg

Een van de meest merkbare gevolgen van Uwera’s adoptie is haar bindingsangst. Het gebrek aan informatie over de adoptie zorgde voor bindingsangst. Ze kreeg het idee dat als ze niet flink was, haar adoptieouders haar ook zouden weggeven. Ze was immers al eens weggegeven. Het geloof in onvoorwaardelijke liefde ontbrak. “Ik wil mensen nog altijd pleasen. Ik ben niet meer het kind dat bang is om weggegeven te worden, maar ik durf niet teleurstellen. Dat zal ook wel te maken hebben met mijn karakter. Ik ben als een kameleon: ik wil in iedere situatie passen en kunnen bewegen in allerlei culturen, gezinnen en kleuren. Dat heeft voordelen, maar je moet opletten dat je je niet altijd aanpast. Ik kan perfect in een wit, Vlaams gezin leven en mijn ding doen, maar ik kan dat even goed in een Afrikaans gezin. De vraag is dan of dat moet, zo flexibel zijn, want wie ben ik dan?”, redeneert ze. Die zoektocht naar wie ze is en dat omarmen, is een voortdurend proces.

“Als je opgroeit bij je ouders en de Afrikaanse cultuur en roots de normaalste zaak zijn, kijk je anders naar racisme en de buitenwereld.”
© Trudy Kazangu

Een andere manier waarop haar adoptie Uwera’s leven beïnvloed heeft, is de ontwikkeling van een goed zelfbeeld. Wat doe je als je niemand hebt om je aan te spiegelen, wanneer je geen voorbeelden hebt in je omgeving? Het ontbrak Uwera aan een referentiepunt, iemand die op haar leek. Noch op straat, noch thuis. Dan denk je dat wit zijn de norm is. Wanneer ze toch eens te maken kreeg met racisme, vertelde Uwera daar niet over. Zouden haar ouders het wel begrijpen? Dat is volgens Uwera een groot verschil tussen adoptie en opgroeien in je biologisch gezin: een stevige basis meekrijgen om met racisme om te gaan. “Als je opgroeit bij je ouders en de Afrikaanse cultuur en roots de normaalste zaak zijn, kijk je anders naar racisme en de buitenwereld. Dan leer je dat het oké is om zwart te zijn, wat er kan gebeuren en hoe je erop kunt reageren.”

“In de jaren ’90 was het idee vooral dat kinderen zoals ik geholpen werden.”

De onbeantwoorde vragen over haar afkomst en adoptie, de bindingsangst en de zoektocht naar zichzelf wogen op Uwera’s mentaal welzijn. Mentale zorg voor geadopteerde mensen verdient volgens haar veel meer aandacht. “Nergens in mijn adoptieproces was plaats gemaakt voor psychologische begeleiding. Zeker in de jaren ’90 was het idee vooral dat kinderen zoals ik geholpen werden. Organisaties en overheden vonden het een verbetering tegenover in Afrika blijven en arm opgroeien. Intussen is het duidelijk dat het een bijzonder traumatische ervaring kan zijn. Het werkt heel erg op het psychologisch welzijn. Dat merken we ook bij Rwanda en Zoveel Meer (RZM), een groep van acht geadopteerden die samenkomen rond het onderwerp adoptie. Er is meer aandacht nodig voor de verwerking van het trauma.” In 2020, is er nog altijd nood aan psychologische begeleiding voor kind en gezin waar je ook op een later moment beroep op mag doen. Uwera moet nu iets verwerken waarvoor ze niet zelf gekozen heeft. Begeleiding voor kinderen en ouders moet een prioriteit zijn. Nu zijn organisaties en overheden heel streng voor adoptieouders in de aanloop naar adoptie, maar Uwera merkt dat er een gebrek is aan nazorg.

BLEND-iD

Uwera liet haar verhaal vastleggen in een aantal foto’s. Dit deed ze samen met vijf vrienden van RZM. RZM bereik op sociale media zo’n 300 volgers. Via culturele en andere activiteiten gaan ze op zoek naar hun roots. Een van deze activiteiten was de fototentoonstelling BLEND-iD die normaal gezien ieder weekend van maart open zou zijn voor het publiek. Dat het coronavirus ook hier roet in het eten gooide, neemt niet weg dat de foto’s veel betekenen voor Uwera, haar vrienden en fotografe van dienst Trudy Kazangu.

Samenwerken met zes individuen betekent samenwerken met zes verschillende persoonlijkheden, visies en verhalen. Het was voor Trudy (25) niet altijd evident om professioneel te blijven. Luisteren naar die zes verhalen was niet alleen emotioneel zwaar, ze waren vaak ook herkenbaar. “Daarvoor moet je niet geadopteerd zijn om dat mee te maken, dacht ik dan. Ik werd geboren in België en groeide hier op in mijn Congolees gezin. Wat de opvoeding betreft, het onderscheid tussen de realiteit thuis en buitenshuis en leren omgaan met racisme, is er natuurlijk wel een verschil. Uwera kreeg dezelfde opvoeding als haar witte vrienden en toch voelde ze dat er iets anders was, bijvoorbeeld door het onmiskenbaar verschil in huidskleur. Ik heb dezelfde struggles, maar ik ervaar ze op een andere manier. Er is een verschil tussen wie ik thuis ben en hoe anderen zijn. Ik wil erbij horen maar tegelijk ook mezelf blijven. Nu, op mijn 25e, heb ik een evenwicht gevonden in wie ik ben: ik moet me niet óf Belg óf Congolese voelen want uiteindelijk ben ik beide. Ik leerde de Belgische normen en waarden en kreeg tegelijk ook de Afrikaanse cultuur mee dankzij mijn opvoeding.”

BLEND-iD heeft haar uiteindelijk laten groeien als fotograaf. “Het was vaak een hectische rollercoaster met veel afspraken en gewijzigde plannen, maar ik heb er enorm veel uit geleerd. Ik zie nu in dat ik mezelf mag toelaten om dichter te komen bij de mensen met wie ik samenwerk. Ik beschouw hen intussen als mijn vrienden. Soms is het net belangrijk om die band te creëren en voeling te krijgen met hun verhaal.”

Meer weten? Je kunt RZM volgen via @rwanda_en_zo_veel_meer op Instagram. Trudy vind je terug als @agneskena en @agneskena_visuals


Dit artikel werd gepubliceerd door De Wereld Morgen op 14/04/2020

vorige volgende