In de zomer van 2015 kende België een piek van het aantal asielaanvragen. In Europa zochten in dat najaar ongeveer een miljoen mensen op de vlucht bescherming, waarvan 39.000 vluchtelingen in ons land terechtkwamen. Turkieh (23), Zaid en Fatima (25) begonnen ook een nieuw leven in België. Hoe is het hen de afgelopen vijf jaar vergaan? En wat zijn hun dromen?
Vijf jaar jaar geleden kwam Fatima (25) uit Bagdad aan in België. “Ik wou een betere toekomst,” zegt ze. “Ik hou van tekenen en kunst.” Ze wist dat ze wou studeren, en haar talenten wou gebruiken. “Ik schreef me in bij de opleiding architectuur. Het moet een goed gevoel geven als je over straat loopt, en je eigen werk ziet,” zegt ze.
Het eerste jaar in België was voor Fatima zwaar. “Ik kende niemand. Ik moest alles zelf uitzoeken: de culturele gebruiken en het systeem,” zegt ze. “Zeker de taal is moeilijk. Ik volgde wel Nederlandse lessen en een inburgerscursus, en dat heeft mij wel geholpen.”
“Ik vind het moeilijk om weinig sociale contacten te hebben. Dat doet mij pijn,” vertelt Fatima. Het is anders dan ze gewoon is in haar thuisland waar ze altijd omringd is door haar familie. “Ik denk vaak aan mijn familie. Leven zonder hen is koud. Maar ik heb er ook veel uitgeleerd: ik moet nu mijn eigen plan trekken en zelf initiatief nemen.”
“Ik heb mezelf opgeraapt. In mijn hart weet ik dat als ik iets wil bereiken, ik er ook voor moet werken. Ik kan niet de hele dag thuis zitten en heel te tijd denken hoe moeilijk het nu is. Ik moet mezelf uitdagen en verder geraken. Ik ben blij dat ik deze kans krijg. Want in Irak had ik het ook moeilijk. Ik wil mezelf omringen met mensen die mij inspireren en waar ik van kan leren.”
Zaid (25) vluchtte van de oorlog in zijn thuisland Syrië. Eerst woonde hij in Turkije: “Maar daar kon ik niet werken of studeren,” vertelt hij. “Daarom heb ik beslist om naar België te komen.” Op 21 mei 2015 kwam hij aan in ons land.
Zaid wist meteen dat hij graag wou studeren. “Mijn droom is om onderzoek te voeren naar kanker,” zegt hij vastberaden. Maar die droom lukt niet zonder slag of stoot. “Ik had de indruk dat de Belgische overheid niet wil dat vluchtelingen beslissen om verder te studeren. Ze willen dat we zo snel mogelijk werken. Ze proberen zo weinig mogelijk in ons te investeren,” legt hij uit.
“Ik had me goed voorbereid omdat ik wist wat ik wou,” gaat Zaid verder. “Ik ben me uitgebreid gaan informeren op studiebeurzen voor de studierichting farmaceutische wetenschappen, en ik heb uitleg gevraagd aan andere studenten. Ik volgde op dat moment Nederlandse lessen en een inburgeringscursus, daar hebben ze mij wél verder geholpen en de juiste informatie gegeven. De sociaal assistenten daarentegen hebben mij niet goed begeleid.”
“Het heeft heel lang geduurd voor ik groen licht kreeg van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW) dat ik mag verder studeren. Daardoor had ik bijna de deadline gemist om mij in te schrijven aan de universiteit. Ik ken heel wat vluchtelingen die de moed hebben verloren door de ingesteldheid van de sociaal assistenten. Ze zijn gewoon gaan werken, zonder enig diploma.”
Dat vindt Zaid jammer. “Jonge vluchtelingen hebben nog de energie om iets van hun leven te maken. Maar het beleid dwingt je om keuzes te maken waar je niet helemaal achter staat. Als ze mensen echt kansen zouden geven, kunnen vluchtelingen mooie doelen bereiken,” zegt hij.
Ook Turkieh (23) kwam in 2015 terecht in België. Net als Zaid vluchtte ze van de burgeroorlog in Syrië. “Het gebied waar ik woonde was gevaarlijk. Ik kon niet zomaar over straat lopen,” herinnert ze zich. “Mensen schoten met geweren. Er waren altijd gevechten tussen burgers en de overheid. Elke keer als mensen protesteerden op straat, probeerde de overheid hen te doden.”
“Ik moest me verschuilen zodat mijn leven niet in gevaar liep. Soms vlogen de kogels tot in mijn huis en beschadigden ze de muren. Na de gevechten moest ik altijd de kogels in huis zoeken en weggooien.”
Ze besloot om te vluchten. “Toen ik in Brussel aankwam, voelde ik me voor de eerste keer sinds lange tijd veilig. Ik was fysiek en mentaal uitgeput,” vertelt Turkieh. “Mijn verloofde was al in België en kon me meteen helpen.”
Nu studeert ze bedrijfsmanagement. “Het eerste jaar was moeilijk omdat ik moeite had met de taal. Ik vond het moeilijk om alles te onthouden in een vreemde taal en dan ook nog eens te studeren. Alles duurt voor mij twee keer zo lang als de gemiddelde student,” legt Turkieh uit. “Ik had een aanvraag ingediend bij mijn hogeschool om meer tijd te krijgen tijdens de permanente testen en examens, maar dat werd jammer genoeg niet goedgekeurd.”
“Ik vind het niet moeilijk om me aan te passen. Ik heb al veel vrienden gemaakt: we praten en lachen samen. Soms spreek ik ook met hen af ‘s avonds. Ik ben gefocust om een mooie toekomst te creëren en een carrière op te bouwen. Als ik later kinderen heb, wil ik ze een gewoon leven kunnen geven.”
Dit artikel werd gepubliceerd door DeWereldMorgen op 02/11/2020.