© Ivo Schimwa

Iets meer dan twee jaar geleden stierf de 20-jarige student Sanda Dia van uitputting na een extreem uit de hand gelopen studentendoop. Zijn dood bracht heel wat verontwaardiging teweeg. Sanda koos er bewust voor om toe te treden tot de studentenclub Reuzegom, om zo een netwerk uit te bouwen voor de toekomst. Voelen andere zwarte studenten die druk om zich te conformeren aan witte mensen ook? En hoe gaan zij om met racisme? Vier jongeren getuigen.

Bridget Thielens (25) vindt het zwaar om een zwarte studente te zijn, vooral omdat er niemand anders in de aula zit met dezelfde huidskleur als zij. “Ik probeer me soms te verstoppen,  want je ziet mij onmiddellijk tussen de rest. Ik voel me ook altijd gezien. Daardoor probeer ik zo min mogelijk op te vallen. Er is niemand met wie ik ervaringen kan uitwisselen.”

Als kind en tiener voelde Bridget zich in de middelbare school al anders door haar huidskleur. Vooral omdat haar school uit bijna alleen maar witte mensen bestond. “Ik merkte dat leerkrachten me soms anders behandelden. Mijn leerkracht Frans, bijvoorbeeld, vroeg zich af hoe het kwam dat mijn Frans niet zo goed was. Omdat ik Afrikaanse roots heb, dacht ze dat ik automatisch goed Frans sprak. Maar ik ben geboren in Ghana, in een Engelstalige streek en voormalige Britse kolonie.”

Bridget paste zich ook aan om bij de witte meerderheid op school te horen. Ze lette op haar manier van spreken en op haar gedrag. Dat veranderde op de universiteit. “Vandaag stijl ik mijn haar niet meer voortdurend om er bij te horen.  Ik draag mijn haar nu natuurlijk of in vlechtjes.”

Bridget Thielens (25): “Als ik in de aula zit, voel ik me echt alleen”
© Hao Nguyen

Connecties

Zelf was Bridget ook lid van een studentenvereniging, en begrijpt ze dat Sanda Dia lid werd om een netwerk uit te bouwen. “Je weet dat je het later sowieso moeilijker zult hebben om een job te vinden, dus is het handig om al wat connecties te maken via vrienden.” Toch heeft ze zich nooit laten dopen, omdat ze bang was dat mensen in een machtspositie te snel, te ver zouden gaan.

Krijgt ze soms te maken met racistische opmerkingen? “De laatste tijd heb ik heel vaak het n-woord te horen gekregen. Ook gewoon zonder reden. Dan ben ik ergens en noemt iemand me opeens zo.” Volgens haar kennen veel mensen de geschiedenis van het woord gewoon niet. “Maar de kolonisatie is ook een deel van de geschiedenis van België. Het is misschien niet het mooiste deel, maar het is wel belangrijk dat jongeren op school leren waarom mensen er boos om worden. Vroeger lachte ik racistische opmerkingen weg, nu probeert ik er op in te gaan en de persoon in kwestie te wijzen op wat er fout aan is.”

Momenteel studeert Bridget Economische Wetenschappen aan de KU Leuven. Voelt ze als zwarte vrouw de druk om te presteren dubbel zo hard? “Als ik mensen vertel dat ik Economische Wetenschappen studeer aan de universiteit, zie ik hun verbazing. Ik doe altijd hard mijn best om goede punten te behalen, om toch te blijven presteren en gelijk te staan met de anderen. In mijn hoofd staat gegrift: falen is geen optie. Ik weet nog niet helemaal zeker waar in de economische wereld ik later terecht wil komen, maar waarschijnlijk zal dat een ngo of het kabinet van Buitenlandse Zaken zijn.”

Hoe ze in de toekomst haar steentje wil bijdragen aan de strijd tegen racisme? “Moeilijke vraag. Ik wil dat iedereen gelijke kansen krijgt om te werken bij een bedrijf, en dat dat niet afhangt van diversiteitsquota of huidskleur. Ik wil aangenomen worden omdat ik de juiste kwaliteiten bezit. Ik wil niet de hele tijd denken dat ze mij alleen maar nodig hadden om een quotum te halen. Uiteindelijk moeten bedrijven mensen aannemen omdat ze geschikt zijn voor de job, ongeacht hun afkomst. Ik hoop dat dat gaat veranderen in de loop van de jaren, maar ik wil er in ieder geval mee aan werken.”

Sam Niyonzima (24) loopt momenteel stage als advocaat nadat hij afstudeerde als Master in de Rechten aan de Universiteit van Antwerpen. “Op de universiteit heb ik nooit veel mensen met een andere huidskleur gezien. Terwijl Antwerpen juist heel divers is. Waar is al die diversiteit vanop de straat dan naartoe?” In de aula kon hij het aantal mensen met een migratieachtergrond op een hand tellen. “In het begin dacht ik daar nog niet zo veel over na. Maar dan begon ik opzoekwerk te doen en kwam ik terecht bij de oprichter van de studentenvereniging AYO (African Youth Organization). Dat is een studentenvereniging die zich richt op studenten met Afrikaanse roots.”

Sam Niyonzima (24): “Zwart zijn wordt nog steeds als iets negatiefs gezien”
© Social Media Ambassadors

“Het is toen dat ik mezelf begon te aanvaarden als zwarte persoon. Tot dan had ik het gevoel dat het iets was waaraan ik niet te veel aandacht moest besteden. Bij AYO heb ik geleerd om ook trots te zijn op je Afrikaanse identiteit. We zijn Belgisch, maar zolang dat ook inhoudt dat je je zwarte identiteit moet verdringen, is er een probleem.” Volgens Sam komt het erop neer dat het onderwijs niet inclusief is. “Zwart zijn wordt nog steeds als iets negatiefs gezien, of dat heb ik toch zo ervaren als student.”

Sam schreef in een opiniestuk in De Standaard over hoe hij zich herkent in de drang van Sanda Dia om bij de witte elite te horen. “Maar door lid te worden van AYO voelde ik me ineens bevrijd. Dat Sanda lid werd van Reuzegom om connecties te maken, is wat ik zo tragisch vind. En dat er racistische dingen naar hem geroepen werden. Ik kan mij zo inbeelden hoe dat was voor hem. Ik snap heel goed dat hij daar niet op reageerde. Je zegt er niets over omdat je de sfeer niet wilt verpesten.”

Onnodig

Sam heeft een zwarte vader een witte moeder. Wat vindt hij van de term “bounty”? “Het is pijnlijk, omdat het je herleidt tot iets,” zegt hij. “Asof je het zwart zijn maar moet onderdrukken. Dat je je het niet moet aantrekken als we in de geschiedenislessen leren dat mensen die eruitzien zoals ik uitgemoord werden. Vanbinnen ben je immers wit. Bovendien zal niemand zichzelf bounty noemen. Het is een term die ons wordt opgelegd door anderen. Mensen hebben die manier van denken met de paplepel meegekregen. Dat probeer ik hen ook uit te leggen als ik racistische opmerkingen krijg. We kijken op een negatievere manier naar de wereld, naar arme landen en voormalige kolonies. Iedereen draag onbewust zulke denkbeelden met zich mee, ook zwarte mensen. Bij ons gaat dat dan meer over een minderwaardigheidsgevoel.”

“Nee, ik ben geen rechten gaan studeren om meteen de wereld te verbeteren,” (lacht). “Maar ik vind het wel belangrijk dat je weet wat het rechtstelsel inhoudt als je iets wil veranderen in de samenleving.”

Momenteel is Sam nog aan het uitzoeken hoe hij na zijn stage zijn steentje kan bijdragen in de strijd tegen racisme. “Het is moeilijk om een specifieke sector te kiezen omdat racisme overal zit. Maar ik weet wel dat met de kennis die ik heb, en in mijn studiejaar in Amerika heb opgedaan, ik iets kan betekenen voor mensen die hulp nodig hebben. Dat is op lange termijn zeker mijn doel.”

“Ik heb in mijn studententijd racisme niet echt hard gevoeld”, zegt Maravilha Munto (22). “Ik studeer Psychologie in Antwerpen. Het is voor ons dus erg belangrijk om mensen te kunnen begrijpen en open te staan voor anderen.”

In haar klas Maravilha is een van de weinige zwarte personen. “Toch zijn er zeker ook nog mensen met een andere afkomst.”

© Mustafa Körükçü

Maravilha groeide op in Nederland, in een buurt met veel verschillende etniciteiten. “Toen ik in België kwam wonen, viel het me heel hard op dat er zoveel scholen waren met alleen maar witte mensen. Dat was een echte cultuurshock voor mij.”

“Ik herinner me een leerkracht die overdreven traag tegen me sprak omdat ze niet wist of ik al dan niet vloeiend Nederlands sprak. Ze sprak ook erg luid, alsof ik doof was. Terwijl ze wist dat ik de Nederlandse taal beheers.”

Maravilha spreekt met een Nederlandse tongval, en ook daar kreeg ze weleens opmerkingen over: “In Nederland was ik een allochtoon, maar in België was ik daarbovenop ook nog eens een Nederlandse.”

Na een tijdje werd ze het beu om telkens opmerkingen te krijgen over haar accent. “Ik kreeg de hele tijd te horen dat ik anders was. Er waren ook mensen die probeerden om me te imiteren. Dat is gewoon niet meer grappig. In het begin liet ik de opmerkingen toe, en gunde ze zelfs even hun lachmomentjes, maar als ik er geen zin meer in heb, zal ik dat ook zeggen.”

Maravilha Munto (22): “Vroeger reageerde ik heel emotioneel op racisme”

Dear Black Girl
Omdat het zoveel energie vergt, gaat Maravilha vaak, maar niet altijd in op racistische opmerkingen. “Vroeger reageerde ik heel emotioneel. Maar nu heb ik mezelf geleerd om op een rationele manier over die dingen te praten. En uiteindelijk staan ze met hun mond vol tanden als je gewoon de feiten op tafel legt.”

De Black Lives Matter-beweging, hoe staat Maravilha daar tegenover? “De fout die heel wat mensen maken, is dat ze denken dat het in deze beweging alleen maar gaat over zwarte levens. Nee. All lives matter. Maar als je drie huizen naast elkaar hebt, en het middelste staat in brand, ga je toch met z’n allen het huis blussen dat in brand staat? Er gebeuren zoveel dingen bij zwarte mensen en er wordt zo’n groot percentage vermoord en onderdrukt. We krijgen alles keer op keer op onze rug. En nu denken we: stop eens eventjes. Wij zijn ook belangrijk. Even belangrijk als alle andere mensen.”

Maravilha schrijft poëzie, waarin ze het ook heeft over racisme en black empowerment. Ze maakte onder andere een video waarin zij en verschillende andere zwarte vrouwen haar gedicht “Dear Black Girl” voordragen. “Ik ben een emotionele schrijfster,” zegt ze. “Dear Black Girl was bedoeld als een brief van mezelf naar mijn jongere zelf. Ik heb geschreven wat ik voelde.”

“Ik wilde mijn emoties een plek geven. Dat doe ik al sinds mijn zevende. Daarna ging ik die ook voordragen. Ik hou van schrijven. Ik hou van het podium. Ik hou van spreken voor mensen. Dat doe ik echt met liefde. En als mensen zeggen dat het veel voor hen betekent, geeft me dat een extra boost.”

Ook Priscilla Keuppens (24) heeft tot nu toe een redelijk positieve ervaring achter de rug als zwarte studente. Ze studeert Gezinswetenschappen aan de Odisee-hogeschool in Brussel. Daar heeft ze het gevoel dat haar docenten en medestudenten meer openstaan voor opmerkingen dan in een ‘zakelijke’ richting. Vooral als kind voelde Priscilla zich vaak anders omdat ze een zwarte moeder en een witte vader heeft. Ze leek op geen van beide, en ook niet op de rest van haar familie. “Ik voelde me er nooit echt bijpassen, het leek alsof ik tussen twee werelden zat.”

“Door mijn gemengde huidskleur beschouwen sommige mensen me niet als volledig zwart, terwijl ik me wel zo identificeer,” zegt ze. “Het is zeker niet zo dat ik gediscrimineerd word door zwarte vrouwen. Ze hebben nooit gezegd dat ik iets niet mocht doen omdat ik gemengd ben. Maar ze hebben me we al mij gezegd dat ik niet zwart ben. Dat heeft emotioneel wel een invloed op mij. Ergens begrijp ik het ook wel, maar dan zou dat ook betekenen dat iemand die geadopteerd is en een Belgische naam heeft minder zwart is.”

Priscilla Keuppens (24): “Ik ben discriminatie beu, ik wil er echt iets aan doen”
© Sarah Khalifeh

“Op de lagere school heeft een meisje met Marokkaanse achtergrond ooit een opmerking gegeven over mijn haar. Ze zei dat het haar van zwarte meisjes niet kan groeien en dat ze hun haar nooit wassen. Nu klinkt dit misschien niet erg, maar er zit een hele geschiedenis achter zwarte vrouwen en hun haar. Ik probeerde haar uit te leggen dat dat niet klopt. Maar ze gaf dan als tegenargument dat ik gemengd ben en het dus niet over mij gaat. Aan de ene kant wil ik zwarte vrouwen verdedigen, maar aan de andere kant wil ik niet continu ingaan op dat soort opmerkingen.”

Vlaamse jeugdraad
Momenteel woont Priscilla in Brussel, daarvoor woonde ze in de provincie Antwerpen. Daar kreeg ze vaak het n-woord naar het hoofd geslingerd. “Hoe ouder ik werd, hoe vaker ik het te horen kreeg. Vaak was dat tijdens een ruzie. Ze zeggen dan dat het geen scheldwoord is, maar waarom gebruiken ze het altijd tijdens een ruzie of in een negatieve context?”

Priscilla is zeer recent verkozen tot een van de acht jongerenadviseurs van de Vlaamse Jeugdraad. “Ik wil graag in de politiek stappen na alles wat ik heb meegemaakt. Ik heb altijd al een groot rechtvaardigheidsgevoel gehad. Ik ben niet enkel tegen racisme, maar tegen alle andere vormen van discriminatie. Al denk ik wel dat ik in de politiek wil omdat ik zoveel racisme heb gekend. Ik ben discriminatie beu. Ik wil er echt iets aan doen.”

Wat is dan volgens Priscilla het belangrijkste in de strijd tegen racisme? “We zijn al te al lang bezig en er wordt al te lang over gepraat.  Ik vraag me af wanneer er eindelijk iets concreet zal gebeuren. Er is nog steeds geen duidelijke antiracismewet in België, en we zijn nu echt al voorbij het punt van gesprekken voeren en luisteren.”


Dit artikel werd gepubliceerd door De Wereld Morgen op 02/02/2021

vorige volgende