Als stad optreden tegen verschillende vormen van straatintimidatie is niet eenvoudig. Ook volgens het Mechelse stadsbestuur bestaat er geen wondermiddel. Toch zijn er volgens Schepen van jeugd en preventie Abdrahman Labsir (Open VLD) wel degelijk methodes om het probleem op een duurzame manier aan te pakken. Als beleidsmaker met een hart voor jongerenwerk zoekt hij naar de juiste balans tussen streng optreden en efficiënt sensibiliseren.
Laat ons beginnen met een contextschets van Mechelen. U groeide hier op in een periode dat de stad kampte met een nogal twijfelachtige reputatie.
Adbrahman Labsir: “Midden jaren 90 zag Mechelen er inderdaad wat anders uit dan vandaag. Levendige, maar rauwe wijken kampten met een nogal kwalijke reputatie. Niet helemaal uit de lucht gegrepen, want er waren nogal wat problemen in die buurten. Een slechte relatie tussen politie en burger, een gebrek aan sociaal middenveld, … Het zorgde soms voor een wat gespannen en incidentrijke sfeer.”
Dat ervaarde u als tiener ook zo?
“Ja zeker. Als jonge kerel hing ik vaak samen met mijn vrienden rond op buurtpleintjes. We hadden weinig om handen, want zonder sociale infrastructuur of begeleiding waren we veelal op ons zelf aangewezen. Als typische hangjongeren kopieerden we dan maar het gedrag van onze omgeving.”
En daar hoorde ook catcalling of straatintimidatie bij?
“Niet alleen de stad, maar ook onze leefwereld zag er helemaal anders uit. In ons referentiekader gold er toen een andere norm over wat je al dan niet kon zeggen tegen voorbijgangers. Voeg daarbij nog een flinke dosis groepsdruk en stoerdoenerij bij en je krijgt gedragspatronen die in retrospect uiteraard fout zijn. Al waren er toen ook wel momenten die gebeurden die me fel aan het denken zetten.”
Zoals?
“Hoe vrouwen in mijn omgeving soms erg nare dingen meemaakten. Zo werd een vriendin van mij eens slachtoffer van aanranding na een avondje uit in Antwerpen. Een deel van ons, waaronder ik, was die avond eerder naar huis vertrokken. Toen we de volgende dag vernamen wat er gebeurd was, werd ik overvallen door een enorm schuldgevoel. Als broer van zes zussen besefte ik toen hoe impactvol zulke gebeurtenissen kunnen zijn op het welzijn van vrouwen. Ook de reactie van het slachtoffer is me altijd bijgebleven. Toen we haar aanspoorden om aangifte te doen zei ze ‘Oké, maar dan moet ik me wel eerst even omkleden’.”
Uit angst voor een negatieve reactie?
“Exact. Haar eerste bezorgdheid was een oordelende houding van de hulpverleners te vermijden. In dit geval de politie dus. Een typisch voorbeeld van victim blaiming dat vaak kan leiden tot secundaire victimisering. Dat gebeurt wanneer je een slachtoffer blootstelt aan het trauma en daarbij gaat zoeken naar verklaringen of zelfs gaat weigeren het slachtofferschap te erkennen. Een fenomeen dat jammer genoeg ook vandaag nog steeds voor veel angst en mentaal leed zorgt.”
Desalniettemin zijn al stappen in de goede richting gezet inzake veiligheid. Mechelen onderging de afgelopen decennia een aanzienlijke gedaanteverandering. Hoe maakte u die evolutie zelf mee?
“Rond de eeuwwisseling brak er een erg boeiende periode aan, zowel voor de Stad Mechelen als voor mezelf die in die periode ook het volwassenen leven aanvatte. Een nieuw politiek bewind onder de impuls van Bart Somers (Open VLD) zorgde voor een ingrijpende maatschappelijke reorganisatie. Daar hoorden investering bij in harde sociale infrastructuur met de nadruk veiligheid, maar er werd ook hard ingezet op een sociaal-culturele onderbouw. Een aanpak die loonde want op 23 jaar tijd onderging Mechelen een ware metamorfose. Van een ruwe ‘probleemstad’ met halve no-go zones tot een metropool die geniet van een verdienstelijke en vooral veilige reputatie.”
En binnen die veilige reputatie is geen plaats voor straatintimidatie.
“Die boodschap is heus niet altijd zo moeilijk over te brengen. Zoals ik al zei, schikken jongeren zich naar de norm die voorhanden is. Wijs je hen op hun fouten en de invloed die hun gedrag heeft, dan kom je vaak al heel ver. Dan heb ik het over zowel daders als slachtoffers. Want ook die tweede groep heeft vaak moeite met het juist kanaliseren van wat kan en niet kan. Neem nu meisjes of vrouwen die hun kledij of gedrag gaan aanpassen aan het verwerpelijke gedrag van mannen in bepaalde buurten. Een omgekeerde realiteit die in onze samenleving nog te vaak wordt gedoogd.”
Hoe komt dat volgens u?
“Het is en blijft een onderbelicht actueel gegeven. Onlangs zag ik nog sociale media trend passeren: ‘the subway shirt’.Dat zijn vrouwen die bewust onflatterende T-shirts dragen op het openbaar vervoer om catcalling te vermijden. Te gek voor woorden als je erbij stilstaat.. Daarom is het oh zo belangrijk om voortdurend te blijven sensibiliseren en in dialoog te treden met, in mijn geval, jongeren die nood hebben aan coaching die ze thuis en op school soms missen.”
Een-op-eenbegeleiding heeft ongetwijfeld impact, maar als beleidsmaker hoor je dingen toch ook op grote schaal aan te pakken?
“Inderdaad en dat is precies wat we proberen: onze sensibiliserende aanpak op kleine schaal vertalen naar een beleid op meso- en macroniveau. Daarbij zoeken we een goed evenwicht tussen de repressieve en meer begeleidende maatregelen. Dat laatste doen we door vooral het maatschappelijk middenveld in te schakelen. Brugfiguren gebruiken om doelgroepen aan te wenden, daar zetten we hard op in.”
Geen grootschalige communicatiecampagnes dus, een kaart die ze in Antwerpen bijvoorbeeld wel trekken. Daar zijn specifieke tips rond ‘wat-doe-je-bij-straatintimidatie’ opgenomen binnen moet de campagne ‘Iedereen A’.
“Een algemene sensibiliseringscampagne kan nuttig zijn op voorwaarde dat je er zeer intensief mee bezig bent, voortdurend media-aandacht genereert en veel middelen besteed aan promomateriaal. Een minder haalbare optie voor een kleinere stad als Mechelen. Binnen ons preventiebeleid focussen we ons daarom meer op een doelgroepgerichte en proactieve aanpak. Zo lanceerden we vorig jaar nog ‘Vraag naar Angela”. Een campagne in samenwerking met verschillende avondcafés waar we klanten aanspoorden om met een codezinnetje kenbaar te maken wanneer ze lastiggevallen werden. Aan het horecapersoneel boden we cursussen aan om dat signaal goed op te vangen en het slachtoffer te helpen. Met dergelijke call to actions binnen helder afgebakende settingen trachten we het probleem dus op een effectievere manier te tackelen.”
#Stopcatcalling is een nieuw project van StampMedia dat mensen bewust wil maken van wat catcalling met vrouwen doet, hoe onveilig het hen doet voelen in de openbare ruimte en hoe het seksisme en gendergedreven rollenpatronen in de hand werkt.
Lees hier de andere artikels die verschenen in het kader van #Stopcatcalling.
Hier vind je meer info over het project en hoe ook jij je stem kan laten horen tegen catcalling.