Jaarlijks herdenkt Marokko op 6 november de Groene Mars van 1975, een massale, vreedzame mars die het land verenigde en Marokko’s aanspraak op de Westelijke Sahara versterkte. Terwijl de mars een diep patriottisch symbool is, roept de herdenking ook vragen op over de huidige situatie in de Westelijke Sahara, een regio die tot op heden een bron van conflict blijft.
In 1975, toen Spanje zich uit de Westelijke Sahara terugtrok, besloot de Marokkaanse koning Hassan II een uniek statement te maken. Hij riep zijn burgers op om zonder wapens de regio in te trekken en hun claim vreedzaam te onderstrepen. Zo’n 350.000 mensen bewogen zich richting de grens, gewapend met vlaggen en korans. Deze enorme volksbeweging, de Groene Mars, symboliseerde de eenheid van het volk en het geloof in hun nationale rechten, zonder een enkel schot te lossen.
De Groene Mars wordt in Marokko gezien als een bron van nationale trots en als een krachtig bewijs van vreedzaam verzet. Elk jaar op 6 november vinden er herdenkingen plaats die de band tussen Marokko en de Westelijke Sahara onderstrepen. Hoewel de mars succesvol was in het vestigen van Marokko’s aanwezigheid in het gebied, blijft het conflict over de status van de Westelijke Sahara voortbestaan.
De Sahrawi-bevolking in de regio streeft nog steeds naar zelfbeschikking, gesteund door het Polisario Front. Marokko beschouwt het gebied als een integraal onderdeel van zijn grondgebied, terwijl de Verenigde Naties pleiten voor een referendum voor de lokale bevolking. Die situatie leidt tot spanningen, met name tussen Marokko en Algerije, dat het Polisario Front steunt. Deze geopolitieke impasse heeft ook de samenwerking in Noord-Afrika bemoeilijkt.
De herdenking van de Groene Mars is voor Marokko een moment om trots te vieren, maar ook om na te denken over een vreedzame oplossing voor het conflict. Veel Marokkanen hopen op een toekomst waarin zij en de Sahrawi-gemeenschap in harmonie kunnen leven.