Tweelingen ontwikkelen naast een eigen ik ook een soort dubbele identiteit. Ik weet zelf precies hoe het is om op te groeien met iemand die op hetzelfde moment geboren is dan mij. Ik gebruik mijn tweelingbroer vaak als onderscheidende manier om me te profileren naar de buitenwereld. Maar hoe gaan andere tweelingen om met hun identiteit?
Mohamed & Hicham
Mohamed El Yakhloufi (26) en Hicham El Yakhloufi (26) zijn een eeneiige tweeling met Marokkaanse roots uit Turnhout. Ze groeiden op in een groot gezin met een oudere broer van 28 en twee jongere broers van 20 en 12. Hicham vindt het magisch om tot een tweeling te behoren.
“Je zat negen maanden lang in dezelfde buik en dan moet je als identieke wezens je eigen leven leiden."
"Je eigen groeiproces als tweeling meemaken is bijzonder. We beleefden onze eerste zestien jaar als identiek duo, nadien gingen we elk opzoek naar ons eigen leven.” Mohamed keek gewoon naar Hicham als hij wilde weten hoe hij eruit zag als puber. “Als tienjarige misbruikten we soms het feit dat we tweeling waren, want met twee ben je sowieso sterker dan alleen”, zegt Mohamed.
Dat tweelingen een eigen identiteit op zichzelf vormen is heel normaal. Dat krijgt vooral een grote betekenis als het kind onderscheid begint te maken tussen zichzelf en de buitenwereld. Er is voortdurend een spiegelbeeld aanwezig. Hierdoor hebben tweelingen zeer lang het gevoel dat ze een twee-eenheid vormen. “Separatie leidt tot het gevoel van gebrek aan identiteit, een gevoel niet zonder de ander te kunnen leven”, zegt Edmund Jacobson in een onderzoek van psychiater Cohen-Matthijssen. Dat gevoel van onafscheidelijkheid voelden Hicham en Mohamed ook. Ze zaten op dezelfde school, deden dezelfde hobby’s en ook na school speelden we continu samen. “Mohamed en ik deden en wilden niets zonder elkaar beleven”, zegt Hicham. Mohamed vult Hicham aan: “Als mijn broer iets deed zonder mij, voelde ik me uitgesloten. We wilden een onafscheidelijk duo zijn en dat ook uitdragen naar de buitenwereld. Dat heeft wel impact gehad op wie we als persoon zijn.”
ZOEKTOCHT NAAR ZICHZELF
"Op een gegeven moment ga je op zoek naar jezelf", zegt Hicham. “Ik probeerde mijn eigen lichaam zodanig hard te veranderen zodat ik niet meer op Mohamed leek. Ik ging intensief sporten om sterk te vermageren en ik liet mijn haar korter scheren.” Mohamed laat weten dat hij daar minder problemen mee heeft gehad. “Hicham had toen duidelijk nood aan afstand, dat was enorm confronterend.”
“Afstand nemen van elkaar hielp, maar toch blijven mensen hen aanspreken als ‘de tweeling’. “Dat is leuk”, zo zegt Hicham, “maar soms lijkt het alsof mijn broer niet bestaat. Alsof zijn eigenheid wordt vergeten. En alsof we beide worden gereduceerd tot het duo ‘Hicham en Mohamed’.” Als mensen de tweeling vragen om naast elkaar te staan zodat ze kunnen vergelijken, zeggen we steevast nee. We zijn geen Madame Tussauds beeld waar je naar kan staren, zeggen ze.
“Natuurlijk maak je als tweeling ook grappige dingen mee”, zegt Hicham. “Wij waren zo identiek dat mensen rondom ons geen onderscheid konden maken tussen ons twee. Het ging zelfs zo ver dat we typische tweelinggrappen uithaalden. Mohamed was goed in Nederlands en ik had absoluut geen talenknobbel. Bij een test Nederlands wisselden we van klas zodat ik eindelijk eens goeie punten kon behalen. Alle leerlingen zaten mee in het complot. De leerkracht was razend toen ze ontdekte dat Mohamed in mijn klas zat. Gelukkig kregen we geen straf, de leerkracht vond onze wissel zodanig creatief.”
WEETJES OVER TWEELINGEN
*wereldwijd zijn er 52 miljoen tweelingen
*25% van het aantal tweelingen in Vlaanderen is een eeneiige tweeling
*het gemiddelde geboortewicht is 2483 gram voor een meisje en 2684 gram voor een jongen
*de gemiddelde geboortelengte is 45 cm voor een meisje en 47cm voor een jongen
*bij 1 op 80 zwangerschappen in Vlaanderen komt er op natuurlijke wijze een tweeling
*er zijn drie soorten relaties die je als tweeling kan hebben
1. closely coupled: vrijwel onafscheidelijk, de tweeling gedraagt zich als een koppel
2. mature dependents: kunnen goed zonder én met elkaar
3. extreme individuals: zetten zich sterk af tegen elkaar: eigen identiteit creëren
JANA & LYNN
Jana Verschueren (10) en Lynn Verschueren (10) zijn een eeneiige tweeling uit Vosselaar. Lynn vindt dat deel uitmaken van een tweeling zo zijn voordelen heeft. “Er is altijd een speelkameraadje in de buurt. En met twee ben je in nieuwe situaties altijd sterker dan alleen. Maar ik vind tweeling zijn ook niet altijd fijn. Wanneer kinderen op school zeggen dat ik op Jana lijk, vind ik het gek dat ze ons niet uit elkaar kunnen houden. Vaak noemen ze mij ook nog eens Jana. Dat maakt me best verdrietig.”
Als ze mochten kiezen, dan zou Lynn liever geen tweelingzus hebben. “Op elkaar lijken is leuk als je voor de spiegel staat, maar niet als iedereen blijft herhalen hoe identiek we zijn. Het lijkt alsof het voor die mensen niet uitmaakt wie Jana is en wie Lynn. En eigenlijk lijken wij niet zo heel hard op elkaar hoor. Ik heb mijn haar korter geknipt en heb een froufrou, zo kunnen mensen dankzij mijn kapsel onthouden dat ik Lynn ben en niet Jana.”
HETZELFDE MAAR TOCH ANDERS
Sommige tweelingen kiezen bewust om zich af te zetten tegen elkaar, zegt gezondheidspsychologe Thea Kokkeler. Andere tweelingen kiezen dan weer bewust om hetzelfde te doen, zodat ze nog harder op elkaar lijken. Beide keuzes zijn niet gebaseerd op wat je zelf wil, maar worden beïnvloedt door de keuze van de andere. Andra Van Genechten (36) is mama van Lynn en Jana en probeert hen zoveel mogelijk hun eigen leven te laten leiden. Haar kinderen kiezen zelf welke hobby ze beoefenen en naar welke school ze gaan. Toch is het onvermijdelijk dat tweelingen hetzelfde doen. “Met hun lentefeest probeerde ik één keer hun kledingkeuze niet te beïnvloeden. Ik ben met elk van hen apart gaan winkelen om kleren te kiezen. ’s Avonds kwam ik thuis met twee dezelfde kleedjes.”
Als ouders hun beide kinderen op dezelfde manier benaderen, dan krijg je logischerwijs een meer neutrale behandeling tussen tweelingen. Kinderen kopiëren dat gedrag van hun ouders en zorgen ervoor dat hun tweelingbroer of –zus gelijk wordt behandeld, zeggen gezinspedagogen Nys en Vandemeulebroecke. Maar die gelijke behandeling is geen sinecure, weet ook Andra. “Ik wilde aandacht geven aan één kind en plots moet je je aandacht verdelen over twee kinderen. Ik voelde mezelf schuldig wanneer ik de ene anders behandelde dan de andere. Ook de meisjes vinden het belangrijk elkaar gelijk te behandelen. Het gaat zelfs zo ver dat de meisjes hun portie cornflakes korreltje per korreltje verdelen.”
EMMA & MARTHE
Emma Janssens (15) en Marthe Janssens (15) zijn een eeneiige tweeling uit Beerse. Ze groeiden samen op en hebben een oudere broer van achttien. Emma beseft dat ze een speciale band heeft met Marthe. “Mijn zus is altijd dicht bij mij maar toch ook ver weg. We geven elkaar ruimte om met eigen vriendinnen om te gaan, maar vallen ook vaak op elkaar terug. Ik heb met Marthe naast mij altijd iemand die ik kan vertrouwen.” Marthe voelt haar meer onzeker zonder Emma in de buurt. “Als ik Emma niet naast mij heb en haar mening niet ken, dan twijfel ik aan alles. In die mate bepaalt ze echt mijn identiteit.”
De ontwikkeling van de intieme, gezamenlijke band begint al in de baarmoeder, zegt opvoedkundige Suzanne Lagerweij. Tweelingen worden zich in de baarmoeder bewust van elkaars aanwezigheid en ontwikkeling. Die hechte relatie wordt versterkt doordat tweelingen voortdurend dichtbij elkaar leven en samen belangrijke fases in hun leven meemaken. Dat versterkt hun ‘wij-gevoel’. “Als kleuter antwoordde ik op elke vraag met ‘wij’, ook al was Marthe niet eens in mijn buurt”, merkt Emma op.
OPZOEK NAAR ZICHZELF
Marthe geeft aan dat ze de laatste jaren meer loskomt van Emma. “Ik wil mezelf leren kennen zonder mijn tweelingzus. En op zoek gaan naar mijn eigen interesses.” Emma vindt dat haar ouders hun zoektocht naar hun eigen ik voldoende stimuleren. “Ze vergelijken nooit en willen dat we ons goed voelen, met en zonder elkaar.” Opgroeien als tweeling kent natuurlijk ook nadelen. Zo worden tweelingen voortdurend met elkaar vergeleken en is de onderlinge concurrentie veel groter. Die onderlinge concurrentie ondervond Marthe als puber hard.
“Ik vergeleek mezelf continu met Emma."
Ik wilde betere resultaten halen, zowel op school als in mijn vrije tijd. Dat vergelijken haalde me enorm naar beneden. Nu heb ik mezelf leren appreciëren en mijn eigen talenten leren omarmen.” Ook tweelingouders en de omgeving zijn sneller geneigd om de tweeling met elkaar te vergelijken. Stempels als: zij is beter dan jou of hij is beter dan jou, worden vaak gebruikt. “Dat soort stigma’s kunnen in de weg staan bij de ontwikkeling van hun identiteit”, zegt tweelingcoach Paulien Perfors. Emma geeft aan dat het vermoeiend is om zich altijd te moeten bewijzen ten opzichte van haar omgeving. “Het gedrag en de vooroordelen van onze omgeving creëerde lange tijd onze identiteit als tweeling. Het leek alsof Marthe en ik op alle mogelijke manieren en momenten exact hetzelfde moesten zijn en doen. Alsof mensen alleen geïnteresseerd zijn in ons omdat we een tweeling zijn. Altijd moeten benadrukken dat we meer dan één persoon zijn, blijft vermoeiend.”
EN WAT DAN MET TWEE-EIIGE TWEELINGEN
Minder intieme relatie: De relatie tussen een eeneiige tweeling is intiemer en sterker is dan tussen een twee-eiige tweeling, zegt tweelingcoach Pauline Perfors. Bovendien worden eeneiige tweelingen door hun ouders en hun sociale kring gelijker behandeld dan een twee-eiige tweeling, zegt de tweelingchoach.
Ik leg de stelling voor aan twee-eiige tweeling Jan Smeyers (28) en Tom Smeyers (28). Jan zegt dat hij altijd zeer goed met Tom heeft kunnen omgaan. “We hadden elk ons eigen leven, onze eigen vrienden en onze eigen interesses. Dat heeft ervoor gezorgd dat we niet continue bij elkaar waren en elkaar de nodige ruimte gaven.”
“Al vanaf het middelbaar gingen we naar een andere school. We droegen gelukkig nooit dezelfde kleren en deden andere hobby’s. Mensen weten dat we een tweeling zijn, maar we leefden al vroeg ons eigen leven. Jan en ik hebben een goede relatie, maar we voelen elkaar niet zo goed aan als eeneiige tweelingen doen.”
Creëren sneller een eigen identiteit: Het vinden van een eigen identiteit is het makkelijkst bij een tweeling die bestaat uit een meisje en een jongen, zegt Paulien Perfors. Mensen vergelijken ze minder snel met elkaar, ze lijken qua uiterlijk minder op elkaar dan twee jongens of twee meisjes en door hun verschil in geslacht hebben ze vaak ook verschillende interesses.
Ik leg de stelling voor aan mijn tweelingbroer Wouter Josten (23). “Klopt, als jongen en meisje heb je sowieso andere interesses dus ontwikkel je sneller je eigen persoonlijkheid. Ondanks het verschil tussen een jongen en meisje en onze eigen persoonlijkheid, doen we net zoals de meeste eeneiige tweelingen heel veel samen. We zitten al 17 jaar samen in dezelfde scouts en studeerden samen Politieke Wetenschappen in Brussel. Ook door onze omgeving worden wij vaak behandeld als een duo. Iedereen heeft het over ‘de tweeling’. Voor vrienden en familie is het vanzelfsprekend dat wij hetzelfde doen en dezelfde interesses hebben. Persoonlijk vind ik ook dat ik hard op mijn zus lijk, we hebben dezelfde mond en ogen en op de scouts kregen we beide de totem olifant. We leiden vandaag elk ons eigen leven, maar Astrid blijft wel bewust deel van mijn leven. Ik heb mijn eigen individuele identiteit, maar een tweeling blijf je voor altijd, en daar ben ik trots op.”