Gesneuvelde soldaten uit het dorpje Vardenik. © Zoë El Mhaned

Jongeren die in België zijn opgegroeid, kunnen zich niet voorstellen wat het is om in een land te wonen waar je voortdurend bang bent voor oorlog. We voelen hier nu wel de gevolgen van het conflict in Oekraïne, maar hoe voelt het om als jonge student naar het front gestuurd te worden? En als je terugkomt, kan je dan zomaar doorgaan met je leven? Reporters Indy Huttener en Zoë El Mhaned trokken begin dit jaar twee weken door Armenië om te horen wat oorlog met jongeren doet.

Armenië is een land in de Zuidelijke Kaukasus. Officieel behoort het land bij Azië, maar veel Armeniërs voelen zich Europeaan. Het 'oudste land ter wereld' ligt tussen buurlanden Georgië, Turkije, Iran en Azerbeidzjan. Het land ligt al jaren in de clinch met Azerbeidzjan. Beiden vechten al tientallen jaren om Nagorno-Karabach, een gebied, zo groot als twee Vlaamse provincies. In het najaar van 2020 vielen er duizenden doden tijdens de oorlog. Een staakt-het-vuren maakte een einde aan de oorlog, maar spanningen over het grensgebied zijn er nog steeds. Zo waren er begin augustus opnieuw gevechten in de regio.

In amper 44 dagen stierven in de herfst van 2020 meer dan 6.500 mensen tijdens de oorlog om Nagorno-Karabach. Vooral jonge, mannelijke soldaten sneuvelden. In Armenië is er een verplichte legerdienst vanaf 18 jaar. Daardoor komen een hoop jonge mannen met amper ervaring aan het front terecht. Ze komen nog maar net van de schoolbanken wanneer de oorlog uitbrak. We ontmoeten enkele jongeren op de universiteit in de hoofdstad Yerevan. Yerevan is een bruisende stad vol cafés en restaurants, waar jongeren naar hartenlust kunnen uitgaan.

Gohar Avaghyan is 22. Ze studeert Internationaal Recht en is voorzitter van de studentenraad aan haar faculteit van de Yerevan State University. Ze vertelt ons welke impact de oorlog heeft gehad op het studentenleven in Armenië. Twee jaar na de oorlog is het nog steeds moeilijk om te doen alsof alles weer normaal is", zegt ze. "Het conflict is als een tikkende tijdbom, die ieder moment kan ontploffen. De universiteit was altijd een plek waar Armeense studenten samenkomen om les te volgen en te genieten van het studentenleven. Maar sinds de oorlog is de dynamiek tussen de studenten veranderd."

“Als we Armeense studenten met Europese studenten vergelijken kunnen we één ding zeggen: wij leven in een andere realiteit, eentje die dichter staat bij de dood dan bij een mooie toekomst. Wanneer je wakker wordt, kijk je meteen naar het nieuws om altijd op de hoogte te zijn van nieuwe ontwikkelingen. We zijn er ons van bewust dat het leven op één dag drastisch kan veranderen. Hierdoor koesteren we ieder moment dat we hebben met onze vrienden en familie. We leven immers in een werkelijkheid waar we iedere avond dankbaar zijn dat we de dag zijn doorgekomen.”

Wanneer we door de universiteit wandelen, trekt een muur vol foto's onze aandacht. Om de gesneuvelde studenten te herdenken, hangt de universiteit hun foto's op. Medestudenten richten kleine plekjes in om te kunnen rouwen om hun vrienden. Sommige aula's zijn vernoemd naar soldaten. De oorlog is hier nog steeds voelbaar.

Gohar Avaghyan tijdens het interview op YSU. © Indy Huttener

De herdenkingsmuur geeft een gezicht aan tientallen jonge mensen die hun boeken inruilden voor een legeruniform. Gohar wijst een vriend aan die ze zelf is verloren. "Mijn maatje George", zegt ze. "Hij zette zich net zo hard voor de universiteit in als ik."

“George was iemand die heel aanwezig was in het studentenleven, hij had veel vrienden en was joviaal. Iedereen kon op hem rekenen. Hij had zijn legerdienst al gedaan voor de oorlog uitbrak, maar hij is vrijwillig weer gaan vechten. Helaas keerde hij niet terug.”

“Een generatie is uitgewist”

Het Armeense leger deed tijdens het conflict ook beroep op vrijwilligers. Soldaten die al een opleiding hadden genoten, werden aangemoedigd om mee te doen. George was één van hen. Anderen werden opgeroepen en kregen een brief waarin stond dat zij zich weer bij het leger moesten voegen.

Ze benadrukt dat George niet als enige gestorven is in de oorlog en dat alle gesneuvelde soldaten geëerd moeten worden. “Een groot deel van onze generatie is gewoon uitgewist. Op de militaire begraafplaats Yerablur ligt het vol met jonge soldaten. Ze hebben hun leven opgeofferd voor hun land en het enige wat we kunnen doen, is hun herinnering levend houden en andere generaties bewustmaken van de gevolgen van oorlog.”

De 20-jarige Gevorg Khandkaryan overleefde de oorlog wel. Hij was achttien toen de oorlog begon. Hij en zijn broer hadden zich net bij het leger aangemeld, maar waren niet voorbereid op de mentale gevolgen van de oorlog. Om in zijn hoofd aan de gruwel te kunnen ontsnappen, maakte Gevorg tekeningen. Hij tekende op de muren van zijn slaapplek aan het front en in boekjes die hij bij zich had.

Gevorg Khandkaryan met zijn broer Shahen tijdens de oorlog. © Arman Epremyan

De 20-jarige Karen Agamalyan uit Pokr Vedi overleefde een tankexplosie en kroop door het oog van de naald. Zijn hele lichaam was bedekt met wondes van granaatscherven en hij verloor tijdelijk zijn gezichtsvermogen. Met af en toe een krop in de keel, vertelt hij ons zijn verhaal. "We gingen een plek aan de grens inspecteren met twee tanks. In de eerste tank zaten vrienden van mij en ik zat met twee anderen in de tweede tank. We volgden elkaar, maar al snel hadden we door dat onze verkenning te gevaarlijk was. We besloten terug te keren, en ons op een veiligere plek op te stellen.”

"Na de explosie had ik geen idee wat er gebeurd was. Ik besefte niet dat onze tank was geraakt. Ik bleef maar schreeuwen en rondkijken waar de anderen waren, maar niemand reageerde. Op de één of andere manier raakte ik toch uit de tank en overal om me heen zag ik de verwoesting van de ontploffing.”

Al snel beseft Karen Agamalyan dat hij niets meer kan doen voor zijn strijdmakkers. Hij liep terug in de richting waar ze vandaan kwamen in de hoop om iemand tegen te komen van zijn groep. "Uiteindelijk zag ik één van onze legertrucks en ik vertelde de mannen wat er gebeurd was. Ze wezen me de weg naar een huis waar onze soldaten zaten. Ze verzorgden me en brachten me daarna naar het ziekenhuis.” Karen was verdoofd door de shock en de adrenaline. In het ziekenhuis bleek dat hij er erger aan toe is dan hij zelf dacht.

Karen toont zijn medaille. © Indy Huttener

Vrees voor nieuwe oorlog

Op weg naar een revalidatiecentrum in Yerevan, passeert Agamalyan Pokr Vedi – het dorpje waar hij woont met zijn gezin. Zijn vader had al gehoord van zijn verwondingen en wanneer het transport in de buurt van het dorp is, kan hij zijn zoon zien. “Als het luik van zijn tank niet had opengestaan, had hij geen schijn van kans om te overleven. Dan was hij gestikt in de giftige stoffen van de explosie.” Armine, de moeder van Karen Agamalyan, noemt het een geschenk van God dat haar zoon nog leeft.

Na zijn herstel moet Agamalyan zijn militaire dienst nog afmaken. In januari kon hij eindelijk het leger verlaten. Nu richt hij zich op zijn landbouwstudie en hoopt hij dat de oorlog echt voorbij is. Hij wil graag een gezin stichten, al vreest hij voor een nieuwe oorlog. "Die zou voor nog meer leed zorgen."

"Als het om vrede gaat, denk ik niet dat oorlog de beste manier is, want oorlog en vrede zijn onverenigbaar”, meent Agamalyan. “De enige manier om tot een overeenkomst te komen, is door te onderhandelen. Dat lijkt me het meest verstandige als beide partijen vrede willen sluiten. Er zal nooit vrede komen tussen Armenië en Azerbeidzjan door oorlog te voeren.”

Lala Manukyan  leeft in Vardenik, een klein dorpje op zo'n vijftig kilometer van de grens met Azerbeidzjan. In de eerste oorlog van 1994 verloor ze haar broer en in 2020 stierf haar zoon tijdens een hinderlaag. Haar verdriet is een open wonde die moeilijk te genezen is.

Lala rouwt en huilt. © Indy Huttener

De toekomst

Pas op 24 mei van dit jaar werd er voor het eerst sinds het conflict oplaaide eind 2020 onderhandeld over vrede tussen de leiders van beide landen. Met Nagorno-Karabach als middelpunt hielden de Armeense premier Nikol Pashinyan samen met president Ilham Aliyev van Azerbeidzjan en Charles Michel van de Europese Raad het eerste gesprek.

Connectie met elkaar staat vooraan in deze onderhandelingen, maar voor een groot deel van het Armeense volk is het de zoveelste messteek in de rug. Dat er onderhandelingen op de planning stonden tussen de landen, was al een tijdje bekend.

Hierdoor zijn er de voorbije maanden heel wat mensen de straat op gekomen in Armenië. Het hele land ging in protest tegen hun regering met als doel hun premier onder druk zetten en te laten aftreden. Pashinyan zou volgens hen te vrijgevig omspringen met stukken land, iets wat eerder in het voordeel van Azerbeidzjan zal spelen. Genoeg reden voor hen om te protesteren, want iedereen die opkomt, zegt dat de enclave sowieso tot Armenië behoort.

Tijdens de protesten in Yerevan ging het er hevig aan toe. Meer dan 500 demonstranten werden opgepakt over een tijdspanne van drie maanden. In juni was er een enorme clash met de Armeense politie. Er werd met glazen flessen gegooid en wegen en metrostations werden er geblokkeerd. Bij de escalatie werd het gebruik van verdovingsgranaten ingeroepen om de agressie van grote groepen in te tomen.

Dit artikel kwam tot stand dankzij de StampMedia-beurs. Ieder jaar maakt StampMedia in totaal 4.000 euro vrij voor ervaren reporters tussen 16 en 26 jaar die een diepgaand verhaal maken waarin jongeren en hun leefwereld centraal staan.

Bekijk hier de andere verhalen die gebracht werden via de StampMedia-beurs.


Dit artikel werd gepubliceerd door MO* Magazine op 02/09/2022.

vorige volgende