‘De complotdenker’ lijkt wel de nieuwste ruiter van de Apocalyps. Mensen verliezen massaal hun vertrouwen in de wetenschap en dat is een probleem. Maar is dat ook echt zo? En zetten we terechte twijfels soms niet te gemakkelijk weg als onzin? Wetenschapsfilosoof Massimiliano Simons (UGent) gidst ons door een kleine filosofie van de complottheorie.
Simons zet alvast een aantal misvattingen recht. Zo is complotdenken, zelfs in haar huidige omvang, niet per se iets nieuws. Keizer Nero werd er in het jaar 64 al van beschuldigd de Grote brand van Rome te hebben aangestoken, terwijl hij zelf met de vinger naar de christenen wees. Hoewel complottheorieën zich vandaag via sociale media sneller verspreiden, kunnen we dus vraagtekens zetten bij de opvatting dat we te maken hebben met een acute, nieuwe dreiging. Het aantal complottheorieën lijkt historisch gezien immers vrij stabiel.
Antivaxer of twijfelaar?
Ook de wetenschap heeft voorlopig weinig te vrezen volgens Simons: “Het is eerder expertise die ter discussie staat. Expertise is de tussenfiguur tussen wetenschap en de maatschappij. Eén die de wetenschappelijke inzichten vertaalt in adviezen voor beleid. De wetenschap vertelt ons dat virussen gevaarlijk zijn dus moeten wij als maatschappij bepaalde maatregelen nemen om dat virus tegen te gaan.” Als je dat onderscheid ziet, stelt Simons, zie je ook dat de wetenschap zelf niet echt in twijfel wordt getrokken. “Uit enquêtes blijkt dat mensen nog steeds geloven dat wetenschap leidt tot kennis en waarheid. Ze hebben nog steeds veel meer vertrouwen in de wetenschap dan in justitie of in politici.”
Bovendien kunnen we niet alle twijfelaars zomaar over dezelfde kam scheren: “De meeste mensen bevragen niet eender welk vaccin, en ook bij het coronavaccin hebben ze niet per se een absolute twijfel. Ze willen vooral nog even afwachten en zien of er gevaren optreden. Dat zijn best normale vragen bij iets wat nieuw en onzeker is.” Die twijfelaars worden volgens Simons echter iets te snel op één hoop gegooid met radicale antivaxers. Daardoor ontstaat het gevaar dat legitieme vragen en bezorgdheden over het coronavaccin niet worden aangekaart. “Elke twijfel en kritiek dreigt zo door de overheid te worden weggemoffeld als een complottheorie”, aldus Simons
"De ambitie om complotdenken uit te roeien is onzinnig. Het is een te grote kost, een te grote invasie van privacy, van vrijheid en van kritisch potentieel."
Ideologische kwestie
Ook opvattingen over het verband tussen complotdenken en intelligentie of economische positie lijken niet te kloppen. “Het is nog altijd een populair idee dat complotdenkers een aparte groep zijn van ‘zotten’ of van domme, ongeschoolde mensen. Maar enquêtes tonen aan dat het eigenlijk bij alle lagen van de bevolking voorkomt. Ons brein denkt nu eenmaal graag in termen van complotten.”
We zien wel dat bepaalde complottheorieën in specifieke gemeenschappen goed gedijen. Dat heeft volgens Simons te maken met de sociale en maatschappelijke positie van die groepen. “Bijvoorbeeld bij de Afro-Amerikaanse bevolking in de VS zijn bepaalde complottheorieën heel populair. Zij zijn echter vaak het slachtoffer van structureel racisme en ze zijn ook historisch het slachtoffer geweest van echte complotten, zoals allerlei experimenten die op hen gebeurden zonder hun medeweten.” Het geloof in complottheorieën is dan eerder een uiting van een sociaal probleem, of zelfs een vorm van sociale kritiek.
Je kan complottheorieën volgens Simons dan ook niet los van sociaal-politieke vraagstukken en ideologieën zien. Ideologie is immers iets wat we wél in verband kunnen brengen met wantrouwen tegenover bepaalde domeinen van expertise. Zo zijn mensen met een rechtse politieke ideologie eerder geneigd om klimaatverandering in twijfel te trekken. “Dat heeft er vooral mee te maken dat het tegen hun ideologie ingaat. Klimaatverandering suggereert namelijk dat er allerlei regulering en staatsinmenging moet gebeuren. Omgekeerd staan mensen met een linkse ideologie wantrouwig tegenover genetisch gemodificeerde organismen omdat die meer gelinkt worden met grote bedrijven en het kapitalisme.”
Het kind en het badwater
Moeten we dan iets aan complotdenken willen doen? Volgens Simons kan dat wanneer complottheorieën te extreem worden of zich te sterk verspreiden, “maar de ambitie om complotdenken uit te roeien is waarschijnlijk onmogelijk en onzinnig. Het is een te grote kost, een te grote invasie van privacy, van vrijheid en van kritisch potentieel.” Hij verwijst daarvoor naar het censureren van bepaalde content door sociale netwerksites zoals Facebook en Twitter. Daarbij wordt ook geregeld onschuldige of terecht kritische content verwijderd. Denk maar aan activisten die werken rond politiek gevoelige onderwerpen zoals Palestina, en die verkeerdelijk als terroristisch worden getypeerd. We zouden zo al snel het kind met het badwater weggooien.
Simons: “Ik denk dat het willen bestrijden van complottheorieën in de rechtstreekse zin meer een soort symptoombestrijding is. Het probleem, voor zover er een probleem ís met complottheorieën, lijkt meer de politieke ideologie en inzet erachter, namelijk de groeperingen die via complottheorieën hun eigen agenda proberen door te drukken en die eindeloos debat aanzwengelen zodat regulering wordt uitgesteld.” Het willen bestrijden van complottheorieën zou dan een gemakkelijke oplossing lijken omdat het niet de grote politieke vragen moet stellen. “Zo lijkt het gewoon een kwestie van goed fatsoen, van ‘eens kritisch nadenken’: iets wat wij individueel ook kunnen doen, waarvoor je een cursus kunt geven op school, enzovoort. Het is niet toevallig dat Facebook en Twitter meegaan in dat verhaal, omdat ze op die manier natuurlijk ontkomen aan reguleringen en wetten die hen ook zouden beïnvloeden.”
Plaats voor twijfel
Het negeren van de eventuele nadelen van het coronavaccin blijkt immers nefast voor het vertrouwen van de twijfelaars. Simons beaamt dat men beter voldoende belang zou hechten aan kritische vragen. “De staat gebruikt al heel snel het label van ‘complottheorie’ om kritieken af te wenden. Dat zie je helaas ook bij legitieme kritiek en bij complotten die waar blijken te zijn.” Bekende voorbeelden zijn het Watergate schandaal of de invasie van Irak onder het valse voorwendsel van de aanwezigheid van ‘weapons of mass destruction’.
Niettemin benadrukt Simons dat we het blootleggen van dit soort complotten best overlaten aan onderzoeksjournalisten, die grondig onderzoek doen vooraleer ze beschuldigingen uiten. “Ik zou niet teveel geloof hechten aan complottheorieën voor zover zij alleen vage vermoedens zijn”, aldus Simons. Maar zelfs in het geval van vage vermoedens is het waarschijnlijk productiever om begrip te hebben voor de voedingsbodem van die twijfels. “De manier waarop nu met coronavaccin-twijfelaars wordt omgegaan is niet de meest vruchtbare manier.
Politieke vragen
"De discussie wordt veel te snel vertaald in een verkeerde tegenstelling tussen wetenschap en ideologie. Je doet wat de wetenschap je vertelt of anders ben je ideologisch bezig. Terwijl de discussie eigenlijk moet gaan over politiek. Over vragen zoals: kunnen we iedereen dwingen om een vaccin te nemen? Wat is de waarde van mijn persoonlijke keuze tegenover het welzijn van de bevolking? Dat zijn legitieme politieke vragen, waar niet altijd een eenduidig antwoord op is."