Arne Willems is leerkracht Rooms-katholieke godsdienst en medewerker van het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap. Vanuit zijn eigen beleving werpt hij een kritische blik op de dogma's en complotten binnen het christelijk geloof.
Als godsdienstleerkracht besef ik dondersgoed dat religie een gevaarlijk beestje kan zijn. Maar zoals bij veel zaken heeft dat een menselijke oorzaak. Een mens gaat tot het uiterste om zijn of haar geloof te verdedigen. De voorzichtigheid die gepaard gaat aan het weerleggen - of zelfs maar het bespreekbaar maken - van religieuze complottheorieën of dogma’s is een evenwichtsoefening. Een agressieve aanpak kan een averechts effect hebben: het kan de kloof tussen geloofsovertuigingen aanzienlijk vergroten en een tolerante, oecumenische toekomst hypothekeren.
Niets is in beton gegoten
Als jonge katholiek werk ik dagelijks met de Bijbel en begeleid ik (jong)volwassenen op hun religieuze weg door het leven. Zelfkritiek is daarbij broodnodig, want zoals ik van Nederlandse collega’s heb geleerd: niets is in beton gegoten. Tijdens een gesprek met cultuurtheoloog Frank Bosman viel een beladen woord: erfzonde, de zondigheid die elk christen met zich meedraagt – vanaf de geboorte – sinds Adam en Eva uit de Tuin van Eden werden verdreven. Bosman sprak over doping, volgens hem de verpersoonlijking van erfzonde binnen het wielrennen. Ik ben ervan overtuigd dat het ook op deze situatie van toepassing is: de gevolgen van de acties van voorgaande generaties dragen wij allen met ons mee, niet enkel binnen de koers, maar ook binnen de Kerk.
Religie staat bol van de beruchte complotten. Denk maar aan protagonisten in de Da Vinci Code-trilogie: de Tempeliers en Opus Dei. Ik merk dan ook hoe menig Vlaming zich als een duivel in een wijwatervat begint te gedragen als de Rooms-katholieke Kerk over de tongen gaat. Het wijwatervat begint helemaal te dansen na berichten over seksueel misbruik en uitspraken over holebi’s in de media. De verdeeldheid was helemaal compleet toen een journalist door een kerkganger werd aangereden in het ultrareligieuze Urk en enkele rechts-conservatieve priesters uit de Bible Belt de coronacrisis als een hoax bestempelden.
“Religie heeft gebreken, maar enkel omdat de mens gebreken heeft.” – Dan Brown
In mijn directe omgeving kwam ik zelf in aanraking met de duistere kant van dogmatisch denken. Ik leerde een afgescheurde factie van het christelijk geloof kennen die tot in het extreme kinderen hun basisrechten ontzegden, onder het mom van religie. Die kinderen groeiden op in isolement, met absurde regels waardoor hun kindertijd volledig van hen ontnomen werd. Opgroeien zonder vriendjes, geen feestjes, cadeautjes of andere vreugdevolle momenten: de dogmatische levensmethodiek had een blijvende impact op de ontwikkeling van de jongeren in de gemeenschap. Ik was zelf getuige van hoe dat leidde tot getraumatiseerde kinderen en rechtstreeks de ontwikkeling van narcisme en andere psychische aandoeningen een flinke duw in de rug gaf.
Wanneer kinderen in zo’n situatie opgroeien, is dat een duidelijk voorbeeld van een sektarische religieuze beweging. Maar het gevaar ligt overal op de loer: niet enkel sektes vallen ten prooi aan complottheorieën. Ook binnen de Kerk werden in het verleden bedenkelijke, dogmatische beslissingen genomen. Ik moet spontaan denken aan de ‘Index librorum prohibitorum’. De Index was een lijst met door het Vaticaan verboden boeken en bestond tot 1966 (!). Boeken censureren omdat ze niet binnen een religieuze overtuiging passen lijkt voor ons nu misschien ondenkbaar, ruim een halve eeuw geleden was het nog bittere realiteit. Dan moet ik de hand in eigen boezem durven stoppen en beseffen dat ik een religie met een beladen geschiedenis vertegenwoordig.
“Ik zie een marginalisering van geloof in onze samenleving, net op het moment dat velen meer dan ooit op zoek zijn naar zingeving.”
Als jonggelovige is dat een frustrerende realisatie. Ik zie een marginalisering van geloof in onze samenleving, net op het moment dat velen – meer dan ooit – op zoek zijn naar zingeving. Stel ik mezelf voor als leerkracht Rooms-katholieke godsdienst, dan krijg ik vaak de repliek ‘Jij bent leerkracht godsdienst? Dat kan toch niet. Na al die schandalen! Hoe kan je dergelijk geloof in eer en geweten vertegenwoordigen?’ Complotten en dogma’s zijn smet op het blazoen van het geloof waar miljarden mensen net kracht, hoop en steun uit putten.
Vrijheid van religie is – gelukkig – een grondwettelijk recht waar niet aan te tornen valt. Dat sluit echter de mogelijkheid tot dialoog, tot innovatie en tot empathisch denken niet uit. En net daar knelt vaak het schoentje. Velen zien andere opvattingen als een bedreiging, waarbij het wij-zij-denken het ontstaan van nieuwe complotten in een stroomversnelling brengt. Die vicieuze cirkel weer herleiden naar een kaarsrechte baan is een huzarenstukje. Ik ben er echter rotsvast van overtuigd dat elk van ons wél de kracht bezit om afstand te nemen van erfzonde, dogma’s en complotten. Dat doe je echter niet door te marginaliseren, door religie en geloofsovertuigingen – zélfs de extremen – te verdrijven naar de taboesfeer. Een taboesfeer leidt tot segregatie, waarbij hele bevolkingsgroepen door isolement het complot denken net verder ontwikkelen.
Daarom blijf ik een voorvechter van kwaliteitsvol godsdienstonderwijs. In tegenstelling tot wat velen verwachten, stimuleren de leerplannen het kritisch denken van de leerlingen. Het maakt hen weerbaar tegen dogmatisch denken en biedt hun de kans om die beruchte erfzonde eindelijk van ons af te werpen. Dan Brown doet in ‘Angels and Demons’ – onderdeel van de Da Vinci-trilogie – een wereldberoemde en treffende uitspraak: ‘Religie heeft gebreken, maar enkel omdat de mens gebreken heeft.’